Het montessorionderwijs haakt in op de natuurlijke neiging van kinderen om de wereld rondom zich te verkennen en zichzelf te ontplooien. Deze onderwijsvorm biedt daarvoor de middelen en de leermethodes. Een montessorischool laat kinderen in grote mate vrij om zelf te bepalen wat ze willen doen en welke vaardigheden ze willen oefenen. Dat is een kans én een uitdaging: dit schooltype sluit dan ook niet aan bij de persoonlijkheid en behoeften van ieder kind.
Wat doet een Montessori-docent?
Dit schooltype is genoemd naar haar grondlegger, Maria Montessori. Zij was een Italiaanse dokter en pedagoge, die in het begin van de 20e eeuw kinderen schoolde en lesmateriaal ontwikkelde. Op basis van haar ervaringen stelde ze een nieuwe pedagogische methode op, waarvan het uitgangspunt vaak wordt samengevat als “leer mij het zelf te doen”. Kinderen leren bij haar methode zichzelf dus vaardigheden aan. De rol van de onderwijzer is vrij specifiek: hij onderwijst niet, maar begeleidt. Hij biedt geschikt lesmateriaal en leert zijn leerlingen daar zelf mee te werken. Vanwege de specifieke onderwijsvorm moet een leraar op een Montessori-school een speciale opleiding volgen. Heb je een lesbevoegdheid, of overweeg je om docent te worden? Als dit concept je interesseert, kijk dan wat de mogelijkheden zijn om een vervolgopleiding te volgen.
Leren op een Montessori-school
Er zijn basisscholen én middelbare scholen die gebruik maken van dit leerconcept. Kenmerkend is dat telkens de kinderen van drie verschillende leerjaren bij elkaar in één klas zitten. Ook zijn er, behalve individuele opdrachten, relatief veel opdrachten die door een groep leerlingen uitgevoerd kunnen worden. Dit bevordert het leren samenwerken en van elkáár leren. In het begin zijn de opdrachten nog redelijk goed afgebakend. Naarmate het kind leert en groeit krijgt het meer keuzevrijheid. Het mag zelf beslissen in welk tempo en in welke volgorde het opdrachten uitvoert. Het idee is dat kinderen zich zo verantwoordelijk gaan voelen voor hun eigen leertraject en resultaten.
Creatief en sociaal
Door het lesmateriaal dat wordt aangeboden wordt een leerling aangemoedigd om zijn creatieve impulsen te verkennen. Er is bijvoorbeeld op een Montessori-school veel materiaal aanwezig om beeldende kunst, toneel en andere kunstvormen uit te proberen. Ook leent het onderwijs zich door zijn open structuur voor samen spelen en samen leren. Leerlingen worden aangemoedigd om hun eigen weg te vinden en hun individualiteit te ontplooien. Dit onderwijs levert vaak leerlingen met robuuste persoonlijkheden af. Kinderen weten wat ze willen, hebben favoriete hobby’s, een stoere kledingstijl zoals die van de Kids brand store, en een sterke neiging sociaal te zijn en samen te werken.
Lesmateriaal
Maria Montessori heeft specifieke instructies gegeven voor het lesmateriaal dat kinderen zou stimuleren om de wereld te verkennen. Veel van de materialen en het speelgoed dat gebruikt wordt op een basisschool is bedoeld om de zintuigen te stimuleren. Blokken, puzzels en knutselmateriaal wordt later aangevuld met praktische gereedschappen en uitdagende kunstvormen. De vorm van het klaslokaal is ook typisch: kinderen mogen veel vrij rondlopen en worden niet verplicht om aan vaste tafels te zitten.