Vaak zien we al snel een verschil tussen de vakken waar bepaalde mensen wel of niet goed zijn. Gek genoeg, als je dit nog nooit gehoord hebt tenminste, heeft het er vaak mee te maken welke hersenhelft het beste ontwikkeld is bij jou. In sommige gevallen zijn mensen namelijk enorm goed in talen maar begrijpen zij maar weinig van de vakken zoals Scheikunde, Natuurkunde en Wiskunde. Al zie je vaak genoeg dat het juist weer andersom is gesteld.
Dit is echter geheel te verklaren. Het is namelijk al langer bekend dat beide hersenhelften een aantal functies hebben. Niet altijd is het zo dat de ene een heel stuk beter is ontwikkeld dan de ander en bij bepaalde mensen zit hier niet of nauwelijks verschil tussen. Maar vaak juist wel. Het ia daarom makkelijk te herkennen. Zo onwikkeld de linkerhersenhelft bijvoorbeeld het gevoel voor talen spreken en is het vaak wat fotografischer dan dat dit bij de rechter hersenhelft het geval is. Dit richt zich namelijk meer op ruimtelijk inzicht en ziet de zaken wat breder.
Mateloos interessant dus. Op deze manier wordt het al leuker om te begrijpen waarom iemand nu precies zo graag bepaalde dingen wel of niet doet. Dit maakt het alleen maar leuker om bepaalde van je klasgenoten beter te doen begrijpen. Het is niet zo gek dat je uiteindelijk een pakker zult kiezen wat meer naar een bepaalde kant neigt. Iemand die heel goed in talen is wil tenslotte zoveel mogelijk talen hebben om examen in te doen omdat dit vaak een garantie is voor veel goede cijfers. Voor weer andere kan dit het examen juist extreem moeilijk maken.